Voorbeeldige steden

Tijdens het inspirerende Noorderzonfestival in Groningen dit jaar organiseerde Platform Gras dialogen over Hoop. Op 21 augustus 2023 gingen twee stadsbouwmeesters met elkaar in gesprek over de vraag: wat zijn voorbeeldige steden, steden waar we met plezier wonen in de toekomst? En wat kunnen we leren van Groningen en Gent?

Peter Vanden Abeele, bouwmeester in de Gent, de Vlaamse ‘zusterstad’van Groningen, pleitte voor een duurzame, toekomstigbestendinge verdedelijking met veel vergroening, stadparken en een grote rol voor burgers en bewoners. Hij illustreerde zijn betoog rijkelijk met foto’s waaronder een afgesloten snelweg, die door burgers werd gebruikt voor yoga, en een vergroende buurt zonder parkeerplaatsen. Verandering komt niet in de eerste plaats (meer) vanuit het beleid volgens hem. Zo wil de Belgische regering het niet eens meer hebben over het dossier stikstof. ‘The next big thing is a lot of small things’, veranderingen
ontstaat door kleine stappen en initiatieven van meerdere partijen.
Jeroen de Willigen, voormalig stadsbouwmeester in Groningen is gefascineerd door de schaal van de stad. Met name de middelgrote stad, zoals Groningen en Gent, is te overzien en te bevatten. We zouden meer aandacht moeten besteden aan dit schaalniveau waar veranderingen mogelijk is en waar in totaal veel meer mensen wonen in Europa, dan in de ongeveer 20 metropolen van Europa met meer dan 1 miljoen inwoners. Vanden Abeele bevestigde dit. De middelgrote stad is ‘de kanarie in de kolenmijn’; als daar bepaalde verschijnselen zich voordoen, moet je daar iets mee als overheid. Met name het aanpassen van de stad aan de klimaat verandering is een grote opgave. In Nederland is er een traditie van stadsparken. Er is in Belgie een visie om binnen 400 meter voor elke burger groen te maken, maar het resultaat is dat groene plekken te klein zijn en te versnipperd. Beide bouwmeesters vinden het van belang om te zoeken naar een derde weg, naast markt en overheid. Marktmechanismen bepalen sterk het aanzicht van de stad, zoals de luxe woonappartementen op de grote markt in Groningen. Het bouwen van studentenwoningen met name het ontwikkelen van grote studentencomplexen is lucratief. De overheid staat aan de lat voor de handhaving van woningbouw regels; dit leidt tot een efficiente manier van bouwen die weliswaar een minimumkwaliteit gegarandeerd, maar niet automatisch tot een hogere kwaliteit stedebouw.
De vraag wie bepaalt en betaalt de stad, heeft onder meer te maken met grondposities. De stad Groningen had een sterke grond positie in de tijd dat De Willigen stadsbouwmeester, en twee-derde van de grond in eigendom. In Belgie is dit een veel kleiner percentage. Vanden Abeele geeft aan dat er in Gent daarnaast sprake is van een lock-in situatie door een gebrek aan doorstroming en te weinig woning renovatie. Mensen met een eigen huis, verhuizen veel minder vaak dan in Nederland en zien dit als hun pensioen. Maar als hun huis gerenoveerd moet worden, zijn de middelen vaak niet aanwezig. Een mogelijke oplossing is om niet vanuit een indiviueel, maar vanuit een collectief model te werken, waarbij een bewoner een woonrecht kan verkrijgen als aandeelhouder. Zo zijn er bijvoorbeeld wooncollectieven dat oude panden opkoopt en die verhuurt op basis van een aandelensysteem.
Vanden Abeele laat als metafoor een tafel zien met drie poten om aan te geven dat naast de private markt en de rol van de overheid bij sociale woningbouw de burger een sterkere rol kan spelen. Voorbeelden zijn co-housing en community based land trusts (CLT). Een CLT is die combineert individuele eigendomsrechten met collectief landeigendom. Deze rechtsvorm leidt tot een coöperatie zonder winstoogmerk die eigendom afstaat aan individuen en de gemeenschap (de trustees).
Is er nog hoop voor de stad? Er zijn veel inspirerende initiatieven van collectieve initiatieven van burgers. En er zijn goede voorbeelden van klimaatadaptatie, In Rotterdam wordt bijvoorbeeld infrastructuur opgeofferd ten behoeve van groen, dat getuigt van moed. Daarnaast zien we het (opnieuw) mengen van werk- en woonfuncties in de stad om mobiliteit te verminderen, en projecten zoals in Knokke om betaalbaar te wonen. Maar dit leidt opnieuw tot de vraag naar schaal. Hoe kansrijke projecten opschalen? Een systeem van manifestaties – waar Groningen ervaring mee heeft opgedaan – kan opschaling bevorderen. Zo werkt het bureau van de Zwarte Hond (waaraan Jeroen de Willigen als creatief directeur en partner is verbonden), aan een manifestatie over de bouw van scholen. Gent gaat in navolging van Groningen ook experimenteren met manifestaties om versnelling en dynamiek te genereren. Zo wordt een ontwerp manifestatie met jongeren van drie architectuurscholen georganiseerd. Volgend jaar is Gent de stad vd jongeren. 2000 architectuurstudenten gaan installaties bouwen en laten hun perspectief zien op de stad. Volgens De Willigen laten de voorbeelden zien dat de ‘stad van de toekomst’ er al is, en dat
geeft hoop.

Related blogs

Energy citizenship and Energy transition

Yulita Muspitasari. This blog has been written in the context of the Course Engaging Society in Spatial Transformations, part of the Master Society, Sustainability and Spatial Transformation, at the University of Groningen. Introduction The most significant

Read More >